Verwacht: ‘Ter verheffing van het gemeene volk; Twee eeuwen Wagenings Nut’

Van de wieg tot het graf, twee eeuwen Wagenings Nut is binnenkort te zien in Historisch Museum de Casteelse Poort. De tentoonstelling vangt aan met de begintijd van het Landelijke Nut, zoomt in op de belangrijkste activiteiten van het Wagenings Nut omstreeks het midden van de 19de eeuw, om te besluiten met het Nut anno 2025. Hoe zag een schoolklas er in de 18de eeuw uit? Wat veranderde er ten goede dankzij het Nut? Wie woonden er in de Nutshuisjes? Wat kregen de ‘behoeftige kraamvrouwen’ zoal in hun kraampakket? Wat voor vervangend werk kregen de werkloze arbeiders te doen? (Oud touw uitpluizen en grind zeven!) Kleurrijke ‘Nutsprentjens voor de jeugd’, een houten schooltas en ander schoolgerei, portretten, werkstukken, kasboeken en brieven, een documentaire over het ontstaan van het Nut, en het raadsel van de 4 nooit toegekende medailles….geven een boeiend inkijkje in 200 jaar Wagenings Nut.

‘t Wagenings Nut
De naam Wagenings Nut zal waarschijnlijk niet vaak op een verheugd “Oh ja”! reactie kunnen rekenen. Toch bestaat het Nut al ruim tweehonderd jaar. Op de 13de van de Wijnmaand in 1807 – Franse tijd! – werd het departement Wageningen van de Maatschappij tot Nut van ‘t Algemeen opgericht. Dit gebeurde thuis (of in de taveerne?) bij kastelein Gerritsen in de aanwezigheid van 9 notabelen, waaronder de eerste voorzitter Mr. G. Ockerse, maire van Wageningen.

Als eerste werd in 1809 een leesbibliotheek opgericht, die om te beginnen alleen in de winter, elke 14 dagen op donderdagavond van 7 tot 8 geopend was. Na een wat aarzelend begin werden toen achtereenvolgens opgericht: het Genootschap tot hulp aan Behoeftige Kraamvrouwen, Nutsspaarbank, Winterwerkvereniging, Volkszangschool, Volksvoorlezingen, Begrafenisfonds, Nutsambachtsschool, Hulpbank, Gymnastiekschool, Schoolspaarkassen, Nederlandsch Werkliedenfonds, School voor Handenarbeid, Instelling tot Verbetering van Woningtoestanden, Nutskleuterschool, Cursus voor de Fröbelakte en als laatste – in 1916 – de Cursus Vrouwenarbeid. Het Nut bood hulp van de wieg tot het graf.


Hermanus Bernardus van Daalen, medeoprichter Wagenings Nut 1807.

Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen
Het departement Wageningen is een afdeling van de Maatschappij tot Nut van ‘t Algemeen, die al in 1784 in Edam werd opgericht door de doopsgezinde predikant Jan Nieuwenhuyzen. Het doel was: ‘opheffing van den minderen man uit de onwetendheid waarin hij verzonken ligt’. De motieven om tot een verbetering van de maatschappij te komen waren niet alleen menslievend. Er was ook de angst dat de ‘onderklasse’, beroerd gehuisvest, onderbetaald en uitgebuit, in opstand zou komen. De angst voor revolutionaire toestanden zat er goed in.

Uit Frankrijk waren nieuwe ideeën over de maakbaarheid van de samenleving, gebaseerd op verstand en waarneming en niet op overgeleverde dogma’s – de Verlichting – doorgedrongen. Alle inwoners van een land moesten de kans krijgen om zich te ontwikkelen. Kinderen waren geen minivolwassenen, maar….kinderen, met dank aan de Franse filosoof Jean-Jacques Rousseau (die overigens zijn eigen vijf kinderen te vondeling legde).

Het was de aanzet tot onze verzorgingsmaatschappij, maar dan niet vanuit de overheid maar georganiseerd door sociaal voelende en – meestal – notabele Nederlanders.

Onderwijs
Onderwijs was dus van enorm belang en op dat terrein viel heel veel te verbeteren. De elitejeugd had eigen scholen, maar de rest moest het doen met slecht opgeleide, slecht betaalde onderwijzers, die de orde handhaafden door er lustig op los te slaan met plak of rietje. Alle leeftijden zaten door elkaar in één lokaal en aan lesmateriaal was groot gebrek. Zonder goede opvoeding ‘kunnen de kinderen geen braave menschen, geen waare Vaderlanders, geene deugdzame Christenen worden’.

Het Nut ging eigen lesboeken uitgeven in voor kinderen begrijpelijke taal. Een ander didactisch hulpmiddel waren de Nutsprenten, een soort vroege stripverhalen over historische figuren, beroepen, andere landen en gebruiken en de dierenwereld. Ook de opleiding voor leerkrachten werd aangepakt door eigen Nutskweekscholen. In korte tijd breidde het Nut zich uit op vele terreinen van de samenleving.

Dood en herrijzenis
In 1981 werd het departement Wageningen van ’t Nut opgeheven. De overheid was na de Tweede Wereldoorlog zó bepalend geworden – Minister en Vadertje Drees, AOW! –  in het financieren en het organiseren van maatschappelijke voorzieningen dat het Nut geen nut meer had.

Maar….in 1999 kreeg het Nut een tweede leven. Door het initiatief van een aantal gedreven Wageningers kwam het Nutskapitaal terug naar de stad. Nu stelt het Wagenings Nut zich ten doel het welzijn, in de ruimste zin, van individu en samenleving te bevorderen door het financieel ondersteunen van initiatieven en projecten in en rond Wageningen: concrete en vernieuwende activiteiten van stadsboerderij tot skatebaan!

Priscilla van Leeuwen